Mediawijsheid

1. De docent toont aan dat hij creatief, kritisch en bewust kan omgaan met actuele media. 

Om contact te maken met de ouders van mijn leerlingen gebruik ik de mail van school. Ik heb een app op mijn telefoon en ieder bericht dat binnenkomt kan ik meteen inzien en erop reageren. Ik heb een facebook account, maar daar maak ik niet veel gebruik van. Ik heb geen leerlingen als vriend, want ik wil graag een stukje privacy houden. Mijn bedrijf zit ook op Facebook en dat levert goede marketing resultaten op. Het meest communiceer ik met de whatsapp op mijn telefoon. 

In het verleden heb ik veel gebruik gemaakt van het journaal op de beamer. Ik had daarna dan een klassengesprek over de onderwerpen. Momenteel zet ik dit minder in. Ik lees wel mooie verhalen voor tijdens de periode lessen over migratie en inheemse volken. 

facebook
Afbeelding – 870,8 KB 151 downloads

2.De docent toont aan inzicht te hebben in de manier waarop de digitale wereld invloed heeft op de opvoeding van jongeren.

Het gebruik van telefoon in de klas is alleen toegestaan wanneer ik dat aangeef. De leerlingen mogen wel eens informatie opzoeken op hun telefoon wegens gebrek aan de computer in de klas. De leerlingen zelf zijn altijd druk bezig met Facebook, Instagram en andere sociale media. Het gevaar van de sociale media zit erin dat de leerlingen dingen zien die ze beter niet kunnen zien. Er wordt ook veel gepest en het cyberpesten kan heel erg vervelend zijn. Op mijn huidige baan heb ik er nog geen last van gehad, maar bij mjn vorige werk in het VSO daarin tegen heel vaak. Daar heb ik lessen gegeven over pesten en de werking van sociale media. De les wordt hieronder getoond. 

3.De docent toont aan dat hij voor leerlingen geschikte en betrouwbare digitale leerbronnen kan selecteren, passend bij hun leeftijd, sociaal- emotionele en morele ontwikkeling. 

Het zoeken van geschikte sites voor mijn leerlingen doe ik met behulp van de leermiddelendatabase VO. Op deze site kan ik de leeftijd en de daarbij geschikte les selecteren. Op die manier ben ik aan het werk geweest met de site van Waterwise en Greenpeace. Ik werk ook met webquests.

4. De docent toont aan dat hij leerlingen bewust kan maken van de meerwaarde en risico’s van internetgebruik.

Het bewust maken van internet gebruik kan op meerdere manieren in de les. Een goed programma daarvoor is bijvoorbeeld It's Up to You!.

Tijdens mijn werk in het VSO heb ik ook een dag voor het pesten georganiseerd. Hieronder een evaluatieformulier dat ik had gemaakt voor mijn collega's na het pestweek project. 

Evaluatie en reflectie formulier van de pest project week Steenwijk
Word – 14,2 KB 172 downloads

5. De docent toont aan dat hij zich bewust is van online pestgedrag en bekend is met de geldende protocollen.

Vanuit mijn werk in het VSO ben ik mij ervan bewust dat online pesten vaker voorkomt dan wenselijk. Op het internet staan veel site's die heel veel tips geven en protocollen opstellen tegen het pesten. Een site die ik een goed voorbeeld vind geven daarvan is mijnkindonline.nl

6. De docent toont aan dat hij zijn leerlingen bewust om kan laten gaan met de mogelijkheden van internet en sociale media ten behoeve van het eigen leren.

Het aangeven van app's aan de leerlingen, zoals vermeld in het kopje 'flexibel en adaptief'. Het doorgeven aan leerlingen van juiste site's die kunnen gebruikt worden voor leerzaam onderwijs. Het samen laten werken aan een werkstuk met behulp van de computer. Het leren van opzoeken van de juiste informatie. Het maken van een prezi of Power Point.