1. De docent toont aan dat zij het leerproces van leerlingen zichtbaar kan maken en kan volgen door middel van diverse vormen van digitale toetsing en evaluatie.

Na een periode toets ik mijn leerlingen met behulp van socrative. Dit lukt niet altijd, want ik heb niet altijd de mogelijkheid om het computerlokaal te gebruiken. De reden daartoe staat al eerder aangegeven in mijn portfolio. Hieronder zie je foto's met mijn klas in de mediatheek. De derde foto is in mijn klas gemaakt. Op dat moment hadden maar twee leerlingen een smartphone en konden het even mee spelen. De andere foto is in het computerlokaal en deed iedereen mee. De leerlingen vinden het erg leuk om op deze manier getoetst te worden, ze vonden het zelfs erg jammer dat ik maar tien vragen had gemaakt. 100! hadden ze erg fijn gevonden. Dit geeft ook weer aan dat ICT in het onderwijs inzetbaar moet zijn. 

Door het toetsen van de periode met socrative kon ik het leerproces van deze klas heel goed zichtbaar maken. Voor een echte digitale toets die transparante is op validiteit en betrouwbaarheid zie punt 2. 

2. De docent toont aan dat zij een digitale toets kan maken die transparant is op validiteit en betrouwbaarheid. 

Het maken van een digitale toets die voldoet aan validiteit en betrouwbaarheid verwijs ik naar het onderstaande document. Voor het vak, vakdidactiek heb ik in hoofdstuk 9 van mijn handboek geleerd hoe je dit zo betrouwbaar mogelijk kunt maken. Dit is een uitwerking van een toets en geef deze als voorbeeld. Bij het maken van een digitale toets zou ik hiervan uit gaan. 

Op de school waar ik werk, zoals eerder uitgelegd in dit portfolio, wordt er slechts in mindere mate in de bovenbouw gebruikt gemaakt van digitale toetsen. Gelukkig kan ik mijn leerlingen af en toe bedienen met een computerlokaal en kan ik kleine toetsen inzetten.